In het kort
We kennen allemaal het gezegde: ‘Koop breekt geen huur’ en huurovereenkomsten kunnen niet zomaar door de verhuurder worden opgezegd. Voor de huur van woonruimte gelden andere juridische speelregels dan voor de huur van winkelruimte en kantoorruimte. Zowel de huurder als de verhuurder kunnen de huur opzeggen, waarbij in de regel zwakkere partij (de huurder) door de wet wordt beschermd. Aan de verhuurder worden extra eisen gesteld als hij de huurovereenkomst wil beëindigen.
In detail…
We kennen allemaal het gezegde: ‘Koop breekt geen huur’ en huurovereenkomsten kunnen niet zomaar door de verhuurder worden opgezegd. Voor de huur van woonruimte gelden andere juridische speelregels dan voor de huur van winkelruimte en kantoorruimte. Zowel de huurder als de verhuurder kunnen de huur opzeggen, waarbij in de regel zwakkere partij (de huurder) door de wet wordt beschermd. Aan de verhuurder worden extra eisen gesteld als hij de huurovereenkomst wil beëindigen.
- Opzegging huurovereenkomst door huurder
Feitelijke opzegging van de huurovereenkomst hangt in eerste instantie af van het type huurovereenkomst. De huurder van woonruimte kan de huur opzeggen tegen de datum waarop doorgaans de huur dient te worden betaald (de eerste van de maand) en met inachtneming van een opzegtermijn. Voor de huurder van winkelruimte of kantoorruimte gelden andere spelregels en hier kan contractueel van worden afgeweken.
- Opzegging door verhuurder huurovereenkomst
De verhuurder van woonruimte door particulieren kan de huurovereenkomst slechts onder specifiek in de wet genoemde omstandigheden opzeggen indien sprake is van langdurige verhuur.
De huurder kan geen huurbescherming inroepen indien sprake is van tijdelijke huur (zelfstandige woonruimte voor 2 jaar of korter of huurovereenkomst van een kamer voor maximaal 5 jaar) als gevolg van de Wet tijdelijke verhuur woonruimte. De verhuurder heeft hierbij een actieve informatieplicht om het einde van de tijdelijke huurovereenkomst aan de huurder te bevestigen.
Let op! Tijdelijke noodwet voor huurcontracten die eindigen tussen 1 april 2020 en 31 augustus 2020
Als gevolg van een tijdelijke noodwet als gevolg van de coronamaatregelen, kan hier nu tijdelijk van af worden geweken en kunnen tijdelijke huurovereenkomsten voor bepaalde tijd worden verlengd. Huurcontracten die uiterlijk 31 augustus 2020 aflopen, kunnen worden verlengd tot uiterlijk 1 november 2020. Dit biedt een huurder meer ruimte om, in een tijd waar er nog steeds beperkende maatregelen gelden, op zoek te gaan naar een nieuwe woning. Huurcontracten die al waren verlengd tot september, kunnen nogmaals verlengd worden tot 1 november 2020.
De wet kent de volgende opzeggingsgronden ten aanzien van de beëindiging van huurovereenkomst van woningen door de verhuurder:
- als de huurder zich niet heeft gedragen zoals een goed huurder betaamt.
- als de verhuurder aannemelijk maakt dat hij de woonruimte dringend nodig heeft voor eigen gebruik. Let op! Het verkopen van de woning valt niet onder deze opzeggrond;
- als de huurder niet toestemt in een redelijk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst met betrekking tot dezelfde woonruimte;
- als het gehuurde een onzelfstandige woning betreft, die deel uitmaakt van de woning waarin de verhuurder zijn hoofdverblijf heeft, en de verhuurder aannemelijk maakt dat zijn belangen bij beëindiging van de huur zwaarder wegen dan die van de huurder bij voortzetting daarvan. Het gaat hier om de zogenaamde inwonende kamerverhuur.
De huurovereenkomst eindigt in dat geval alleen als de huurder schriftelijk met de opzegging instemt. Als dit niet werkt, dan zal de verhuurder de kantonrechter verzoeken om een datum te bepalen waarop de huurovereenkomst eindigt. Tot die tijd duurt de overeenkomst voort.
Neem daarom direct contact met JAW Advocaten als u de huurovereenkomst wilt opzeggen of geconfronteerd wordt met een beëindigingsverzoek door de verhuurder.
Verantwoordelijke advocaat:
Rechtsgebied